voortplantingsstelsel man
Vak
OWG
504Documenten
Studenten deelden 504 documenten in dit vak
Universiteit
Zuyd Hogeschool
Geüpload door:
0volgers
1Uploads0upvotes
Aanbevolen voor jou
- 8COL 1.3 Vrouwelijke geslachtsorganen 1OWGCollege-aantekeningen100%(2)
- 65Samenvatting bloktoets blok 1.2, organiserenOWGSamenvattingen100%(3)
- 9Owg 1.1 menstruatiecyclus en anticonceptieOWGSamenvattingen100%(3)
- 11Waarde Propositie Ontwerp H1 en 2OWGSamenvattingen100%(2)
- 6Anatomie KnieOWGOverige100%(2)
Reacties
inloggen of registreren om een reactie te plaatsen.
Andere studenten bekeken ook
- FMH total hip taak 8
- 21-22 VH 7.4 Oefentherapie def
- Taak 1 chronische enkel
- 7 sprong - taak 2 - Owg enkel
- Taak 08 Total hip 7-sprong definitief.docx student
- OWG 2.10 - OWG 2.10
Gerelateerde documenten
- OWG 2.7 - draaien
- OWG 2.2 - astma
- Artikel OWG 1.1
- Samanvatting 1 - College-aantekeningen 1
- Feedbackformulier Professioneel gedrag student josje
- Taak 11 blok 3 - Taak 11 blok 3
Preview tekst
Anatomie fysiologie Tractus Genitalis
Voorplantingsstelsel man 1. Testes (gonaden) → Bij de man begint het bij de testes. Die geven mannelijke gameten voortplantingscellen, spermatozoën, en androgenen, testosteron af.
De testes hangen in het scrotum, die onderverdeeld zijn in twee scrotumholten,die elk één testes bevatten.
De scrotumholte is omgeven met een sereus membraan, die wrijving tussen descrotum en de testis verminderd.
Het scrotum : bestaat uit een dunne huidlaag die glad spierweefsel , tunica dartos,bevat. Langdurige contracties van de tunica dartos veroorzaken de kenmerkenderimpelige structuur.
Onder de lederhuid ligt een laag skelet spierweefsel, de m. cremaster. Onder de lederhuis ligt een laag skeletspierweefsel, de m. cremaster, die kan samentrekken en ontspannen. Spermacellen kunnen zich in de testes alleen ontwikkelen bij een temperatuur die 1,1 °C lager ligt dan elders in het lichaam. Ontspannen m. cremaster: Wanneer de temperatuur in het lichaam of van de lucht stijgt, ontspant de m. cremaster zich en zorgt er op die manier voor dat de testes verder van het lichaam af komen te liggen. Samentrekking m. cremaster: Bij een plotselinge afkoeling trekt de m. cremaster zich samen, waardoor de testes dichter naar het lichaam worden getrokken.
Elke testis is verpakt in een dicht, vezelig kapsel, de tunica albuginea. Dit vormt tussen wanden in de testis, die hierdoor wordt onderverdeeld in lobjes. Hierin zitten testiskanaaltjes, die spermacellen vormen.
In de ruimtes tussen de testis kanaaltjes zit losmatig bindweefsel, bloedvaten en interstitiële cellen, die mannelijke geslachtshormonen (androgenen) vormen, waarvan testosteron het belangrijkste androgeen is.
Spermacellen die in de testiskanaaltjes worden gevormd, verlaten de kanaaltjes en passeren, twee doorgang kanalen, de rete testis en de ductuli efferens, voordat ze bij de epididymis komen.
- Epididymis → bijbal De gameten, spermacellen, komen hier om te rijpen en kunnen hier opgeslagen worden.
- Ductus deferens → zaadleider Spermacellen worden in deze zaadbuis afgevoerd.
- Accessoire organen → Voegen iets toe aan het sperma en hebben een speciale functie.
- Vesicula seminalis (zaadblaadjes)
- Prostaatklier
- Glandula bulbourethrales (Cowperklier)
- Urethra → Waar alle buisjes samen komen.
- De penis → bestaat uit:
- Glans (eikel)
- Voorhuid
- Zwellichamen (kunnen een erectie veroorzaken doordat er arterieel bloed, door slagaders heen stroomt.
Spermatogenese 1. Mitose - De spermatogenese begint met mitotische delingen van stamstellen, die spermatogonia worden genoemd. Deze bevinden zich in de buitenste cellaag van de testiskanaaltjes. - Spermatogonia blijven hun hele volwassen leven mitotische delingen ondergaan. - De dochtercel van elke mitose wordt naar de holte van het testiskanaaltje geduwd. - De dochtercellen differentiëren zich na de eerste mitotische deling tot spermatocyten.
Meiose
- Speciale vorm van celdeling waarbij gameten worden gevormd die half zo veel chromosomen bevatten dan lichaamscellen.
- In de tubuli seminiferi worden bij de meiostische delingen van spermatocyten onrijpe cellen, spermatiden, gevormd
Spermiogenese
- Bij spermiogenese differentiëren de kleine, relatief ongespecialiseerde spermatiden zich tot fysiek rijpe spermatozoën, die de vloeistof in de holten van de testiskanaaltjes binnen gaan.
Diploïd en Haploïd - Een diploïd: tijdens mitose worden er dochtercellen gevormd die evenveel dochterchromosomen bevatten als de oorspronkelijke cel. Omdat elke cel twee exemplaren van elk chromosoom bevat, worden deze cellen en beide dochtercellen diploïd genoemd.
Een haploïd: tijdens meiose worden er vier gameten gevormd die elk 23 afzonderlijke chromosomen bevatten. Omdat elke cel één exemplaar chromosoom bevat, worden deze cellen haploïd genoemd.
Tijdens de versmelting van een haploïde spermacel en een haploïde eicel ontstaat een cel met het normale chromosomenaantal (46).
Verschillende fases
Hals: bevat beide centriolen (organel zonder membraan) van de spermatiden.
Middelste gedeelte: bevat mitochondria, wat een energie omzettend organel is. Demitochondria zijn gerangschikt in een spiraal die energie leveren aan de beweging van destaart.
Staart: zweephaar die de spermacel kan laten voortbewegen.
De epididymis - Laat in de ontwikkeling van spermacellen komen ze te liggen in de holtes van de testiskanaaltjes. Hier zijn fysiek rijp, maar functioneel onrijp. - Door vloeistoffen gaan ze via de rete testis en de ductuli efferentes nar de epididymis. - De epididymis: functies zijn: - Aanpassen vloeistof die van de testiskanaaltjes komen. - Recyclingcentrum beschadigde spermacellen. - Cellen die de epididymis bekleden nemen ze op en geeft de bruikbare stoffen af aan de interstitiële vloeistof. - Opslag rijpende spermacellen. - Als de rijpe spermacellen de epididymis verlaten blijven ze onbeweeglijk, om beweeglijk en functioneel te worden moeten de cellen capacitatie ondergaan. - Capacitatie: vindt plaats nadat spermacellen zijn gemengd met klierproducten van de zaadblaasjes en zijn blootgesteld aan omstandigheden binnen de vrouwelijke voortplantingsorganen.
De ductus deferens zaadleider - Is een koker van bindweefsel en spieren, die ook bloedvaten, zenuwen en lymfevaten bevat. - Door peristaltische bewegingen van de gespierde wanden van de zaadleiders wordt sperma door de buis geduwd.
- Spermacellen komen via de ductus deferens.
- Spermacellen komen langs de vesicula seminalis zaadblaasjes.
- Spermacellen komen in de ductus ejaculatorius.
- Spermacellen komen langs de prostaatklier.
- Spermacelen komen in de urethra.
- Spermacellen komen langs de Glandulae bulbourethrales Cowperklier.
De urethra - Door de mannelijke urethra worden zowel urine als sperma het lichaam uitgevoerd.De accessoire klieren 1. Zaadblaasjes vesicula seminalis 2. Prostaatklier 3. Cowperklier Glandula bulbourethrales - Vormen het grootste deel van het zaadvocht, samen met het vocht van de tubuli seminiferi (zaadbuisjes) en de epididymis. (5%) - Functies: Activeren en dus bewegelijk maken van de spermacellen (capacitatie). Voedingstoffen bieden die spermacellen nodig hebben om te bewegen. Het vormen van peristaltische bewegingen.
Vorming van buffers die in de urethra van de vagina neutraliseren.
Zaadblaasje Vesicula seminalis - Vormt 60% van het zaadvocht. - Bevat: Fructose (suiker) Prostaglandinen (bevorderen contracties van het gladde spierweefsel, die de afvoergangen bevorderen). Fibrinogeen (vormt na ejaculatie een klein propje zaad binnen de vagina).
Prostaatklier - Vormt 20 tot 30% van het zaadvocht. - Bevat: Seminaal plasmine (een eiwit dat mogelijk infecties van de ureters bij de man tegengaat).
Cowperklier Glandulae bulbourethrales - Vormt minder van 5% van het zaadvocht. - Geeft dik, kleverig, basisch slijm af dat het urinezuur in de urethra neutraliseert en de glans (eikel) van de penis smeert.
Zaadvocht - Een mengsel van klierproducten. - Bevat enzymen Protease: breekt slijm in de vagina af. Seminaal plasma: werkt als antibioticum die verschillende bacteriën doodt. (prostaatklier). Een prostaatenzym die sperma binnen een paar minuten na de ejaculatie laat stollen. Een enzym die het gestolde sperma weer vloeibaar maakt.
De penis 1. Wortel: met dit gedeelte is de penis met het lichaam verbonden.
- Lichaam: bestaat uit erectiel weefsel dat bestaat uit bloedvaten.
- In rust stroom er weinig bloed naar het erectiele weefsel. Dit komt omdat de takken van de slagaders vernauwd zijn, omdat de gespierde tussenwanden gespannen zijn.
- De parasympatische zenuwen naar de penisarteriën bevatten neutronen die bij hun synapsknoppen stikstofoxide (NO) afgeven.
Gameten
Mannelijke en vrouwelijkevoorplantingscellen.Gonaden GeslachtsklierenEpididymis BijbalDuctus deferens ZaadleiderUrethra urinebuisGlandula bulbourethrales CowperklierTunica dartos Glad spierweefselM. cremaster SkeletspierweefselTunica albuginea Dicht, vezelig kapsel die om de testis zit. Ditvormt tussen wanden in de testis, diehierdoor wordt onderverdeeld in lobjes.Hierin zitten testiskanaaltjes.Rete testis Doorgangskanaaltje tussen detestiskanaaltjes en de epididymis.Ductuli efferens Doorgangskanaaltje tussen detestiskanaaltjes en de epididymis.Interstitiële cellen Vormen mannelijke geslachtshormonen.Androgenen Mannelijke geslachtshormonen.Testosteron Belangrijkste androgeen.Mitose Delen van stamcel.Spermatogonia Stamcel.Spermatocyten Dochtercel na mitotische deling vanstamcel.Meiose Speciale vorm van celdeling waarbijgameten worden gevormd die half zo veelchromosomen bevatten dan lichaamscellen.Tubuli seminiferi Zaadbuisjes.Spermatiden Onrijpe spermacellen.Spermiogenese Bij spermiogenese differentiëren de kleine,relatief ongespecialiseerde spermatidenzich tot fysiek rijpe spermatozoën.Spermatozoën Fysiek rijpe spermacellen.Diploïd Dochtercel met twee exemplaren van elkchromosoom.Haploïd Gameet met één chromosomenpaar.Vesicula seminalis Zaadblaasjes.
Voortplantingsstelsel vrouw
Ovaria eierstokken - Bleke witte of gelige kleur, met een structuur die op hüttenkäse lijkt. - Verantwoordelijk voor: Vorming van de vrouwelijke gameten (eicel). De afgifte van vrouwelijke geslachtshormonen, zoals oestrogeen en progestagenen. Afgifte van inhibine, dat via negatieve terugkoppeling bij de regeling van FSH- productie is betrokken. - De ovaria worden door een mesenterium op hun plaats gehouden. - Het mesenterium wordt gevormd door plooien van het buikvlies van de achterste buikwand.
- Dit mesenterium bevat ook de grote bloedvaten van beide ovaria, de ovariumarteriën en de ovariumvenen.
Oögenese de vorming van eicellen. - Proces dat voor de geboorte al plaats vindt. - Wordt tijdens de puberteit versneld. - Wordt tijdens de menopauze stop gezet.
Mitose en meiose IOögenese voor de geboorte - De oögonia voltooien hun mitotische delingen. - Tussen de 3e en 7e maand van de ontwikkeling van de foetus beginnen de primaire oöcyten meiose te ondergaan. - De meiose gaat door tot de profase van meiose I, maar stop dan.
Oögenese voor de puberteit - De tijd van voor de geboorte tot aan de puberteit blijft de oöcyt steken bij meiose I.
Meiose I en IIOögenese na de puberteit tot aan de menopauze - De primaire oöcyten ontvangen het hormonale signaal om de meiose te voltooien. - Het cytoplasma wordt tijdens de meiotische delingen niet gelijkmatig verdeeld, omdat er bij oögenese slechts één functionele eicel (secundaire, haploïde oöcyt) wordt gevormd. Deze bevat het grootste deel van het cytoplasma en bevat max. drie niet functionerende poollichaampjes, die later uiteenvallen. - Poollichaampjes ontstaan door twee meiotische delingen ontstaat er uit één diploïde oögonia één haploïde eicel en drie poollichaampjes. De poollichaampjes zijn afvalbakken voor genetisch materiaal dat ontstaat en overblijft tijdens de twee meiotische delingen. De poollichaampjes sterven snel na de meiose af. - het ovarium geeft geen rijpe eicel af, maar er wordt dus een secundaire oöcyt gevormd. Na bevruchting kan meiose II pas voltooien.
Ontwikkeling follikels - Zijn gespecialiseerde structuren in het ovarium waar de groei van de oöcyt en meiose I plaatsvinden. - Primordiaal follikel: buitenste gedeelte van beide ovaria binden zich groepen primaire oöcyten die door follikel cellen zijn omgeven. Deze structuur wordt primordiaal follikel genoemd
- Tuba Uterina eileider → de onrijpe gameet reist langs deze twee eileiders, die uitmonden op een gespierd orgaan, de Uterus (baarmoeder).
- Uterus baarmoeder →
ontstaat er uit één diploïde oögonia éénhaploïde eicel en drie poollichaampjes. Depoollichaampjes zijn afvalbakken voorgenetisch materiaal dat ontstaat en overblijfttijdens de twee meiotische delingen. Depoollichaampjes sterven snel na de meioseaf.